2.4 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Schattingen en veronderstellingen

Het opstellen van financiële overzichten vereist het gebruik van schattingen en oordeelsvorming. In het geval van significante schattingen is er per definitie sprake van een grote mate van schattingsonzekerheden. De werkelijke resultaten zullen door deze grote mate van schattingsonzekerheden in veel gevallen afwijken van de gemaakte schatting en aannames. De bedrijfswaardeberekening in het kader van de goodwill impairment test (noot 13) is een schatting waarop een hogere mate van oordeelsvorming en complexiteit van toepassing is. Deze schatting wordt door het management als significant aangemerkt. Gedetailleerde informatie over deze schatting, inclusief toelichting van de toegepaste uitgangspunten en sensitiviteit, is opgenomen in noot 13. Immateriële vaste activa.

Saldering

Saldering van actief- en passiefposten vindt per tegenpartij plaats indien er sprake is van een contractueel recht om de opgenomen bedragen te salderen en er sprake is van de intentie om te salderen. Ontbreekt het recht om bedragen te salderen of het voornemen actief- en passiefposten gelijktijdig af te wikkelen, dan worden deze apart verantwoord.

Daar waar op basis van een contract het recht bestaat tot het salderen van actief- en passiefposten, wordt dit in de betreffende noot toegelicht. Hierbij worden tevens de saldi van de actief- en passiefpost nader toegelicht.

Presentatie

De presentatie van de winst-en-verliesrekening volgt de categoriale indeling. De kosten van transportdiensten en van distributieverliezen worden meteen na de netto-omzet en overige bedrijfsopbrengsten gepresenteerd vanwege de relatie met de netto-omzet, alsmede het onderscheid ten opzichte van de door onze organisatie op korte termijn meer beïnvloedbare andere bedrijfskosten.

Waardering tegen reële waarde

De reële waarden van de rentedragende verplichtingen worden toegelicht in noot 31. Financieringsbeleid en risico's financiële instrumenten. Reële waarde is de prijs die zou worden ontvangen om een actief te verkopen of die zou worden betaald om een verplichting over te dragen in een reguliere transactie tussen marktdeelnemers op de waarderingsdatum. Bij een waardering tegen reële waarde wordt ervan uitgegaan dat de transactie om het actief te verkopen of de verplichting over te dragen plaatsvindt:

  • op de belangrijkste markt voor het actief of de verplichting; of, als die er niet is,

  • op de voordeligste markt voor het actief of de verplichting.

Enexis Groep dient toegang te hebben tot de belangrijkste of voordeligste markt. 

De reële waarde van een actief of een verplichting wordt bepaald met behulp van de veronderstellingen waarvan marktdeelnemers zouden uitgaan bij het waarderen van het actief of de verplichting, in de veronderstelling dat marktdeelnemers in hun economisch belang handelen. Bij de waardering van een niet-financieel actief tegen reële waarde wordt rekening gehouden met het vermogen van een marktdeelnemer om economische voordelen te genereren door het actief maximaal en optimaal te gebruiken óf door het te verkopen aan een andere marktdeelnemer die het actief maximaal en optimaal zou gebruiken.

Enexis Groep gebruikt waarderingstechnieken die in de gegeven omstandigheden geëigend zijn en waarvoor voldoende gegevens beschikbaar zijn om de reële waarde te bepalen, en waarbij zo veel mogelijk relevante waarneembare inputs en zo weinig mogelijk niet-waarneembare inputs worden gebruikt. 

Alle activa en verplichtingen ten aanzien waarvan de reële waarde wordt bepaald of in de jaarrekening wordt vermeld, worden in de navolgende reële waarde hiërarchie ingedeeld, op basis van de input van het laagste niveau dat significant is voor de gehele waardering:

  • niveau 1: De reële waarde is gelijk aan genoteerde prijzen in een actieve markt.

  • niveau 2: De reële waarde is gebaseerd op parameters die direct of indirect in de markt waarneembaar zijn.

  • niveau 3: De reële waarde is gebaseerd op parameters die niet in de markt waarneembaar zijn.

Voor activa en verplichtingen die op terugkerende basis in de jaarrekening worden opgenomen tegen reële waarde, stelt Enexis Groep aan het einde van iedere verslagperiode door herbeoordeling vast of er sprake is van wijzigingen in de niveau-indeling van de hiërarchie (op basis van de input van het laagste niveau dat significant is voor de gehele waardering).

Ten behoeve van de vermelding van reële waarden heeft Enexis Groep categorieën activa en verplichtingen vastgesteld op basis van aard, eigenschappen en risico’s van de activa en verplichtingen en het niveau in de reële waarde hiërarchie zoals in het bovenstaande is toegelicht.

Goodwill

Goodwill is het verschil tussen de kosten van overname van de onderneming minus het saldo van de reële waarde van identificeerbare activa en de reële waarde van de overgenomen verplichtingen van de onderneming. De kosten van overname van de onderneming zijn gewaardeerd tegen de som van de reële waarde op overnamedatum van de overgedragen vergoeding en het bedrag van de minderheidsbelangen in de overgenomen entiteit. Goodwill wordt gewaardeerd tegen de kostprijs minus eventuele bijzondere waardeverminderingen. Goodwill wordt jaarlijks getoetst op bijzondere waardevermindering en wordt additioneel getoetst indien gebeurtenissen of veranderingen in omstandigheden erop wijzen dat de boekwaarde mogelijk een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Een eenmaal genomen bijzondere waardevermindering van goodwill wordt nooit teruggedraaid.

Daar waar goodwill is gealloceerd aan een kasstroomgenererende eenheid en deel uitmaakt van de afgestoten activiteiten binnen deze eenheid, maakt de goodwill die betrekking heeft op de afgestoten activiteiten deel uit van de boekwaarde van de activiteiten bij het bepalen van het boekresultaat op de afgestoten activiteiten. Goodwill die onder deze omstandigheden wordt afgestoten, wordt gewaardeerd op basis van de relatieve waarden van de afgestoten activiteiten en het deel dat gehandhaafd blijft in de kasstroomgenererende eenheid.

Bijzondere waardeverminderingen

Gedurende het verslagjaar wordt beoordeeld of er aanwijzingen zijn voor een bijzondere waardevermindering van activa. Indien dergelijke aanwijzingen bestaan, wordt een schatting gemaakt van de realiseerbare waarde van het actief. Voor de activa is de realiseerbare waarde gelijk aan de hoogste van de reële waarde minus verkoopkosten of de indirecte opbrengstwaarde.

Een bijzondere waardevermindering wordt opgenomen indien de boekwaarde van activa, of de kasstroomgenererende eenheid waartoe de activa behoren, hoger is dan de realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen worden ten laste van het resultaat gebracht. 

Een bijzondere waardevermindering wordt teruggenomen indien vastgesteld wordt dat de uitgangspunten zijn veranderd op basis waarvan destijds de realiseerbare waarde is bepaald en voor zover de resterende boekwaarde van de activa lager is dan de boekwaarde die zou zijn bepaald, na aftrek van afschrijvingen, als in voorgaande jaren geen bijzondere waardevermindering voor het actief was opgenomen. Effecten van terugname van bijzondere waardeverminderingen worden ten gunste van het resultaat gebracht. Bijzondere waardeverminderingen op goodwill worden niet teruggenomen.

Financiële instrumenten

Classificatie

Alle financiële activa en verplichtingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Deze classificatie is afhankelijk van het bedrijfsmodel dat Enexis hanteert voor het houden van deze financiële activa en verplichtingen en de karakteristieken van met de financiële activa of verplichtingen gegenereerde kasstromen.

Verwerking bij eerste opname

Aankopen en verkopen van financiële instrumenten worden verantwoord op transactiedatum. Enexis Groep neemt een financieel actief niet langer op in de balans als de contractuele rechten op de kasstromen uit het actief aflopen, of als Enexis Groep de contractuele rechten op de ontvangst van de kasstromen uit het financieel actief overdraagt door middel van een transactie, waarbij alle aan het eigendom van dit actief verbonden risico’s en voordelen worden overgedragen. De verwerking bij eerste opname vindt plaats tegen reële waarde.

Financiële activa en verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs

Deze categorie financiële instrumenten omvat handelsdebiteuren en overige vorderingen, verstrekte leningen, deposito's, opgenomen leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Deze financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Na de eerste opname worden deze gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode.

Bijzondere waardeverminderingsverliezen

Eventuele bijzondere waardeverminderingsverliezen worden geïdentificeerd middels de generieke of gesimplificeerde methode.

De generieke methode hanteert het volgende model:

  • 12 maanden verwacht kredietverlies; of

  • levenslang verwachte kredietverliezen voor financiële activa wanneer het kredietrisico door omstandigheden significant stijgt. Hierbij worden alle verwachte kredietverliezen voor de levensduur van het actief verantwoord; of

  • levenslang verwachte kredietverliezen, waarbij rente wordt berekend over de netto vordering verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen.

Het verwachte kredietverlies wordt bepaald op basis van een langdurig gemiddelde credit loss rating die is gebaseerd op een door credit rating agencies toegekend risicoprofiel.

Verstrekte leningen aan deelnemingen en joint ventures, vorderingen op leveranciers uit hoofde van het leveranciersmodel en alle overige vorderingen worden door middel van het generieke model getoetst op mogelijke bijzondere waardeverminderingsverliezen.

De gesimplificeerde methode wordt toegepast op de overige debiteuren. Hierbij worden direct de levenslang verwachte kredietverliezen verantwoord, bepaald aan de hand van een historische reeks gemiddelde oninbare bedragen (op basis van historische incassogegevens).

Lease

Enexis Groep als huurder in een lease

Leaseovereenkomsten worden conform IFRS 16 op de balans verantwoord vanaf het moment dat het actief beschikbaar is gesteld voor gebruik aan Enexis​​​​​​​ Groep. De betaalde leasetermijnen worden gesplitst in een financieringslast en een aflossing van de uitstaande verplichting, gebruikmakend van een gewogen gemiddelde marginale rentevoet. Het gebruiksrecht voor activa wordt vervolgens afgeschreven in overeenstemming met de totale looptijd van de verwachte contractduur. De afschrijvingstermijn kan korter zijn indien de contractduur wordt aangepast, het contract niet verlengd zal worden en de betreffende activa niet overgenomen zullen worden.

Activa en verplichtingen die voortkomen uit leaseovereenkomsten worden initieel gewaardeerd op basis van een contante waarde model. De leaseverplichting bevat de netto contante waarde van de volgende leasebetalingen:

  • vaste betalingen (met inbegrip van in wezen vaste leaseverplichting), verminderd met eventuele te ontvangen lease-incentives;

  • variabele leasebetalingen die van een index of rentevoet afhankelijk zijn en die bij eerste opname op basis van de index of rentevoet op de aanvangsdatum worden gewaardeerd;

  • bedragen die naar verwachting door de lessee verschuldigd zullen zijn uit hoofde van restwaardegaranties;

  • de uitoefenprijs van een aankoopoptie indien het redelijk zeker is dat de lessee deze optie zal uitoefenen; en

  • betalingen van boeten voor het beëindigen van de leaseovereenkomst, indien de lessee de optie tot beëindiging van de overeenkomst uitoefent.

De leasebetalingen worden verdisconteerd op basis van de impliciete rentevoet van de leaseovereenkomst, mits die op eenvoudige wijze kan worden bepaald. Indien die rentevoet niet op eenvoudige wijze kan worden bepaald, zal de marginale rentevoet van Enexis worden gehanteerd. De marginale rentevoet betreft de rentevoet die Enexis zou moeten betalen voor een financiering die noodzakelijk zou zijn om eenzelfde actief aan te schaffen onder gelijke economische omstandigheden met gelijke voorwaarden.

Op de aanvangsdatum worden leaseverplichtingen gewaardeerd tegen de contante waarde van de leasebetalingen die op die datum niet zijn verricht. De kostprijs van het met een gebruiksrecht overeenstemmend actief zal bestaan uit:

  • het bedrag van de eerste waardering van de leaseverplichting;

  • alle op of voor de aanvangsdatum verrichte leasebetalingen, verminderd met alle ontvangen lease-incentives;

  • alle door Enexis gemaakte initiële directe kosten; en

  • een schatting van de door Enexis te maken kosten van ontmanteling en verwijdering van het onderliggende actief, en van het herstel van het terrein waar het zich bevindt, dan wel van het herstel van het onderliggende actief in de toestand die in de voorwaarden van de leaseovereenkomst is beschreven, tenzij die kosten voor de productie van voorraden worden gemaakt.

Verlengings- en beëindigingsopties

Enexis stelt de leaseperiode vast als de niet-opzegbare periode van een leaseovereenkomst, samen met:

  • de perioden die onder een optie tot verlenging van de leaseovereenkomst vallen indien het redelijk zeker is dat Enexis deze optie zal uitoefenen;

  • de perioden die onder een optie tot beëindiging van de leaseovereenkomst vallen indien het redelijk zeker is dat Enexis deze optie niet zal uitoefenen.

Bij deze beoordeling neemt Enexis alle relevante feiten en omstandigheden in aanmerking die een economische drijfveer teweegbrengen om de optie tot verlenging van de leaseovereenkomst uit te oefenen, dan wel de optie tot beëindiging van de leaseovereenkomst niet uit te oefenen.

Enexis Groep als verhuurder in een lease

Enexis is operationele leases aangegaan voor energiegerelateerde installaties. Operationele leases betreffen leases die niet als financiële leases worden aangemerkt. Risico’s en voordelen die samenhangen met het eigendom van de betrokken activa zijn niet overgedragen aan de afnemer.

De activa die ter beschikking zijn gesteld aan derden onder operationele leases worden verantwoord onder materiële vaste activa. De opbrengsten uit operationele leases worden over de looptijd in de winst-en-verliesrekening verwerkt als opbrengsten uit verkopen en diensten die deel uitmaakt van de netto-omzet.

Kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode, waarbij voor de herleiding van de mutatie in de netto liquide middelen wordt uitgegaan van het resultaat na belastingen. Het in het kasstroomoverzicht gehanteerde begrip netto liquide middelen betreft de liquide middelen zoals in de balans gehanteerd.

Segmentinformatie

Segmenten worden gerapporteerd in overeenstemming met de wijze waarop intern gerapporteerd wordt aan de ‘Chief Operating Decision-Maker’ (CODM). De raad van bestuur is geïdentificeerd als de hoogst geplaatste functionaris (CODM), die verantwoordelijk is voor de toewijzing van middelen en voor de beoordeling van prestaties van de segmenten. De interne rapportages zijn gebaseerd op de grondslagen die ook voor de geconsolideerde jaarrekening worden toegepast. Hierbij vindt een correctie plaats voor incidentele posten en fair value-mutaties.